In de bijbel lees je nooit zoiets als: “En toen zei Mozes tot het volk Israël: ‘Maak je gereed, want we gaan op vakantie! Op weg naar het land van melk en honing.’” Toch was de uittocht uit Egypte ook een reis. En bovendien een beëindiging van slavenarbeid. Wat vakantie toch ook in belangrijke mate is: dat je niet hoeft te werken.
En zo lees je ook nooit in de bijbel zoiets als: “En Jezus verzamelde de twaalf discipelen om zich heen en zei: ‘Waar zullen wij deze zomer op vakantie gaan?’” Toch krijg je niet de indruk dat Jezus en de twaalf discipelen betaalde arbeid verrichtten. De discipelen, voornamelijk vissers, hebben hun baan voorlopig opgezegd en reizen nu rond met Jezus van dorp tot dorp om tenslotte in Jeruzalem uit te komen.
Strikt genomen is zoiets als op vakantie gaan geen bijbelse notie maar een voorziening van de moderne welvaartsstaat waarbij iedereen het normaal vindt dat zij of hij op vakantie gaat.
Die notie van op reis gaan is in eerste instantie een ontdekking van de Romantiek. Dan hebben wij het over mensen als de Franse filosoof Jean Jacques Rousseau (1712-1778) of de Duitse dichter-schrijver Johann Wolfgang Goethe (1742-1832) en hun hartstocht voor het onbekende, het avontuur, het reizen en hun liefde voor de ongerepte natuur. Zij hadden toen nog niet kunnen bedenken dat er van die ongerepte natuur steeds minder zou overblijven. Mede dankzij het massatoerisme vanuit het rijke westen. De bekende reisgids ‘Lonely Planet’ heeft wat dat betreft een wat ironische titel. Want je kunt er zeker van zijn dat wanneer je de aanbevelingen van die reisgids volgt, je niet alleen op die locatie zult bivakkeren. Integendeel!
Ook de Duitse filosoof Karl Marx, eind 19e eeuw, heeft bijgedragen aan de notie van een vakantie voor iedereen. Want reizen was aanvankelijk alleen weggelegd voor een rijke elite. Met de breed maatschappelijke ontwikkeling van het marxisme en vooral het socialisme kwam de mogelijkheid van het op vakantie gaan ook binnen het bereik van de arbeidersklasse. Ook zij gingen nu massaal reizen. Marx dacht en hoopte nog dat door de verkorting van de arbeidsduur, de arbeiders meer vrije tijd zouden hebben om zichzelf verder te ontwikkelen. Hij had niet kunnen bevroeden dat zijn doelgroep liever naar de Costa Brava in Spanje zou gaan om daar in de hete zon bruin te bakken.
Vorig jaar reisde mijn gezin en ik af naar Italië. Toscane. Het was een mooie reis. Maar het was ook een dure reis met veel hotels en restaurantbezoekjes. En ook een lange reis met vele uren in de auto. Soms ook in file’s of wachtend op de doorstroming bij de tolwegen. En dat allemaal in de hitte. De met toeristen afgeladen dorpjes van Cinque Terra aan de kust. De hoge seizoensprijzen die je betaalt voor een eenvoudig drankje. Dat alles gaf mij het gevoel dat wij het zonder enige twijfel helemaal verkeerd deden. Wij werden behandeld als vee omdat wij ons min of meer gedroegen als vee en omgekeerd. Het gevoel van op avontuur te zijn was er eigenlijk niet. Wij doorliepen in feite de gebaande wegen. Een vast program. Het programma van de massa. Bovendien droeg deze vakantie ook niet bij aan het milieu, aan duurzaamheid. Integendeel.
Zomaar op vakantie gaan is er eigenlijk niet meer bij. Je moet het goed en weloverwogen van tevoren plannen. Of, en dat is misschien nog het eenvoudigst, je gaat niet op vakantie. Dat wil zeggen: je blijft thuis. Thuis in Schagen en toch op vakantie! Het vergt geen planning. Het is milieuvriendelijk. Je hebt alle comfort van je eigen huis om je heen. Het is goedkoop. De zomer is hier aangenaam. Dus geen stikkende hitte. Geen file’s. En je weet dat er massa’s mensen van heinde en ver reizen om hier te kunnen zijn. En dan tenslotte die ene eenvoudige maar toch ook exotische gewaarwording: Ik bent hier al! Dichtbij strand en zee. En dichtbij al mijn boeken! Ik wens iedereen een hele goede zomervakantie toe!
Arie Jan van der Bom